donderdag 23 maart 2017

Philip José Farmer - Binnenste buiten MSF 8)


Philip José Farmers korte roman, of beter: novelle, getiteld Inside outside (1964), is in 1967 vertaald door Irene Zuidervaart. Dit is het enige boek dat ze ooit vertaald heeft en zo te zien is ze niet een van de vele pseudoniemen van Mieke Groot. Ik vind het een beetje geheimzinnig dat het hierbij gebleven is, want zo slecht is die vertaling niet. Ze heeft het er in deze ondankbare tekst heel redelijk vanaf gebracht, op één zeer in het oog vallend moment na: er zit in deze roman namelijk één reusachtig vertaalconflict: de hoofdpersoon heet Jack Cull. Zijn vroegere geliefde noemt hem bij wijze van belediging in het Engels Jackall, “jakhals”. Ook in de rest van het boek is hij een figuurlijke jakhals. Hoe ga je dat oplossen? Bizar genoeg heeft de vertaalster besloten het helemaal niet op te lossen. Ze handhaaft enerzijds de naam Jack Cull en laat vervolgens de vrouw zeggen: ‘Jack Als’. En wij lezers moeten het allemaal dan maar snappen! Ik zou er waarschijnlijk voor gekozen hebben om dan in vredesnaam de achternaam van de held ook maar te vertalen: Jack Halls of iets dergelijks.

Binnenste Buiten is een vreemd boekje geworden. Farmer is een sciencefictionschrijver die vaak seks en religie in zijn verhalen stopt en hij is niet wars van een beetje incorrectheid. Zo ook hier: Jack en zijn medeburgers leven in de Hel. Letterlijk: ze zijn gestorven en wakker geworden in de binnenkant van een sfeer met een kleine zon in het midden en een surrealistische bureaucratische maatschappijstructuur. Er lopen ook demonen rond en alle mensen zijn naakt. Iedereen wordt voldoende gevoed en wie sterft is enige uren later weer in leven. Een zekere X (een allusie op Jezus Christus?) haalt de lijken op en brengt ze weer levend terug.

Philip José Farmer
Jack gaat op onderzoek uit naar de diepere structuur van de Hel. Dat doet hij met twee merkwaardige reisgenoten: de Russische schrijver Dostojevski (in het boek blijft het bij Fyodor, maar het is duidelijk wie hier bedoeld wordt) en Jacks al eerder genoemde ex-vriendin Phyllis. Hun beider rol blijft onduidelijk. Phyllis is niet veel meer dan het standaard “vrouwtje”, dat enkels verzwikt, schreit en wanhoopt en zich aan de held vastklampt (veel emancipatie is er nog niet aan te treffen in het Amerika van 1964) en Fyodor is een lichtelijk hysterische godsdienstdweper. Nu was Dostojevski dat vast en zeker, maar wat voegt de nogal ingewikkelde theologie van deze Russische schrijver toe aan het verhaal? Helemaal niets, want die theologie ontbreekt geheel. Mij lijkt het verschijnen van Dostojeski in het boek dus niks anders als een betekenisloze gimmick. Ondertussen heeft Farmer alle drie de hoofdpersonen zodanig onsympathiek en oninteressant gemaakt dat het mij als lezer volkomen koud laat wat er met hen gaat gebeuren.

De beschreven reis door de onderwereld van de Onderwereld en de daaropvolgende aardbeving (schipbeving?) duurt vele tientallen pagina’s lang, en ik ondervond steeds meer moeite om me daar doorheen te ploegen. Na het veelbelovende begin ontaardt het verhaal in een saaie en ongeloofwaardige, met allerlei stukjes quasi-theologie en ethica-light volgeplempte fantasie vol met zwevende rotsblokken, dolende zielen en vraatzuchtige, gehoornde demonen. De clou van alles blijkt te zijn dat de Hel een ruimteschip is van buitengewoon ethische ruimtewezens die op een soort kwantummechanische wijze de ziel van elk levend wezen in het universum kunnen vastleggen om die vervolgens als het ware vast te haken aan pas geconcipieerde embryo’s, waarna etc... etc… etc…

Wanneer ik een synopsis lees van een sciencefictionroman, heb ik vaak het gevoel dat het verhaal wel heel erg onwaarschijnlijk klinkt. Ik weet echter dat zo’n samenvatting eigenlijk geen eerlijke weergave kan zijn van met name de interne logica binnen een gekozen fantastische omgeving, in werkelijkheid blijkt het meestal enorm mee te vallen. Vooral omdat de lengte van het verhaal het mogelijk maakt om de vele excentrieke plotgegevens fatsoenlijk aan te kondigen en volgens diezelfde interne logica uit te werken. In Binnenste buiten is dit, helaas, in het geheel niet het geval. Het is een opeenstapeling van wilde fantasieën gebleven die het alleen met een zeer strenge redactie zouden hebben kunnen redden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten